Een praatje en aandacht
Dat ze verpleegkundige in de wijk wilde worden, was voor Annemarijn tijdens haar stage al duidelijk. Ze typeert zichzelf als een ‘praatverpleegkundige’. “Het gaat in ons werk in de wijk niet alleen om de verpleegkundige handelingen, al wordt ook dat steeds complexer doordat mensen langer thuis wonen. Juist het praatje en de aandacht maken mijn werk zo mooi. Het langdurige contact maakt dit werk bijzonder.”
Het langdurige contact maakt dit werk bijzonderAnnemarijn
Annemarijn stelt ook indicaties, waarbij zij inschat hoeveel zorg iemand nodig heeft. Soms is er meer nodig dan mensen aangeven, ze vinden het dan moeilijk om hun zelfstandigheid verder op te geven. Dat vraagt vaardigheden van de verpleegkundige om dit bespreekbaar te maken. Vaak werkt Annemarijn ook met mensen toe naar zelfstandigheid, bijvoorbeeld na een ziekenhuisopname."
“Mensen hebben vaak zelf nog grotendeels de regie op hun leven. Ik draag bij aan hun kwaliteit van leven. De ene keer is dat door te zorgen dat iemand er verzorgd bij zit en de andere keer als ik weer een lach op iemands gezicht krijg. Tevreden cliënten, daar doe ik het uiteindelijk voor. Het is niet alleen maar geven, je ontvangt ook veel in de vorm van waardering of een fijn gesprek. Mensen spreken hun dankbaarheid niet altijd letterlijk uit, maar je merkt het toch aan hen.”
Elk halfjaar wordt de zorg met de cliënt geëvalueerd. Cliënten geven dan een cijfer voor de zorg in z'n totaliteit. Annemarijn: “We scoren vaak hoog en cliënten zijn meestal erg tevreden. Verder geven cliënten vaak aan dat ze blij zijn dat je er weer bent of bedanken je dagelijks voor de gegeven zorg. Soms horen we ook van mantelzorgers dat de cliënt erg tevreden over ons is. Of promoten cliënten ons bij anderen.”
Ze vindt het prettig bij een christelijke organisatie te werken. “Vooral in de laatste levensfase kun je als verpleegkundige een rol spelen bij geloofs- en levensvragen. Dat kan door met de cliënt in gesprek te gaan en te luisteren of door bijvoorbeeld nog een stukje uit de Bijbel te lezen. Het gaat in de gesprekken met cliënten echt niet altijd over geloof, maar ze weten dat ze ook daarover met ons kunnen praten, en dat vinden de meeste cliënten erg fijn.”